30 June 2007

Lotjeshuis

Afgelopen week in het Lotjeshuis gewerkt, een kindertehuis in Paramaribo. In totaal wonen er 32 kinderen, variërend van 3 maanden tot 10 jaar. Ze wonen er omdat ze uit huis zijn geplaatst wegens ondervoeding, mishandeling of verwaarlozing.
Overal het algemeen zijn ze heel vrolijk en enthousiast, maar er zitten een aantal zielige gevallen bij. Een jongetje van 4 dat zo sterk ondervoed is, dat hij wel van gummie lijkt. Hij heeft te weinig kracht om te kunnen lopen of te kunnen spelen. Een meisje van 5 dat jarenlang is opgesloten. Ze praat niet, heeft geen verfijnde motoriek. In het begin was ze heel bang van mensen, nu toont ze affectie door iedereen kei-hard te bijten.



Ik heb nu een aantal tehuizen in Suriname gezien en vind dit een prettig huis. De sfeer is goed, de kids zijn enthousiast, personeel is begaan met de kinderen en het is er redelijk schoon....soms hoor je verhalen van andere huizen..... Ik moest in het begin wel wennen aan het feit dat er tegen de kinderen wordt geschreeuwd, maar schijnt soms de enige oplossing te zijn. De kids schreeuwen zelf letterlijk om aandacht, negatieve aandacht is tenslotte ook aandacht. Ze doen er alles aan om gezien te worden en willen je het liefst voor zichzelf. Als je binnen loopt, hangen er meteen een aantal kinderen aan elk been. Zodra je gaat zitten, proberen ze allemaal tegelijk op je schoot te kruipen. Dat draait altijd uit op huilen, want ze ontzien elkaar niet en bijten, duwen en trappen om maar vooraan te kunnen staan. Je zou ze graag op willen pakken en met ze knuffelen, vooral als ze je aankijken met hun grote glimmende ogen, maar dat gaat en mag helaas niet. In de ochtend, als je de kinderen omstebeurt baadt, probeer je ze wel even de persoonlijke aandacht te geven. Dat wordt dan ook meteen beloond met de grootst mogelijk stralende lach.

Deze week werden 5 nieuwe kinderen naar het tehuis gebracht. Met grote angstige ogen zaten ze rillend op de stoep te wachten. Krak zegt je hart. Ze mochten niet meteen bij de andere kinderen, maar moesten eerst van top tot teen worden geïnspecteerd en geschrobt. De oudsten konden we redelijk snel kalmeren, maar de jongste van anderhalf was ontroostbaar. Ik heb uren met het schreeuwende kind in mijn armen gezeten voordat ze uiteindelijk van vermoeidheid in slaap viel.

Mocht iemand een tijdje vrijwilligerswerk willen doen………….ze hebben je hulp hard nodig en dit is een unieke kans.

En van het ene uiterste naar het andere uiterste.......dit weekend is het bigi vissa!! De hele stad staat op zijn kop. Er wordt namelijk Keti Koti gevierd, de dag dat de slavernij werd afgeschaft. Ik ga vannacht naar een groot feest op White Beach. Hopelijk blijft het droog, want het regent de laatste dagen enorm hard. Half Paramaribo komt dan onder water te staan. Op de een of andere manier krijg ik het altijd voor elkaar om dan nét mijn was buiten te hebben hangen.

24 June 2007

Waar is de koekoek?

Voor het eerst in mijn leven gehoopt dat ik zou worden beroofd. Had graag het gezicht van de rover willen zien bij het openen van mijn tas met de twee ingrediënten voor mijn medische keuring. Got ya!
De keuring startte bij het lab. Een volgnummer van een spijker af peuteren en aansluiten in de rij om bloed te laten prikken. Vervolgens naar de oogpoli. De patiënten zaten naast elkaar op een houten bank. Elke tien minuten kwam een zuster naar buiten met een flesje verdovende druppels. Iedereen legde braaf zijn hoofd in zijn nek en de zuster druppelde de hele rij af. Ik heb vriendelijk bedankt. De testen zelf stelden niet veel voor.
Tegenover de bank was het toilet van de poli. De toiletjuffrouw zat verveeld onderuit toiletpapier te vouwen. Boven de deur hing een bordje met de volgende tekst: ‘Toilet 1 SRD, poepen 1.50 SRD’. Of je even duidelijk wilt aangeven wat je plannen zijn.
Alles staat nu op kweek, het is wachten op de uitslag. Hopelijk start ik 2 juli op de SEH. Tot die tijd ga ik in de ochtenden in het kindertehuis werken en de middagen wijden aan mijn strakke trainingsschema in het zwembad.

Dagen heb ik door de stad geslenterd, op zoek naar woonruimte, met het plaatselijke krantje onder mijn arm……….De advertenties beloofden veel, maar bij aankomst was het of te duur, of te smerig, of te ver uit de stad of alledrie. Mijn oude huis aan de Kwattaweg is inmiddels gevuld met Braziliaanse prostituees, ook geen optie.
Maar nu heb ik dan eindelijk woonruimte gevonden! Tijdelijk, want over paar weken verhuis ik terug naar het centrum. Ik woon in een schattig huisje achterin de tuin bij een oudere mevrouw. Het is gezellig huiselijk ingericht. Heb zelfs een koekoeksklok (zonder koekoek overigens). Voel me er helemaal thuis, alleen jammer dat de waterdruk zo laag is dat ik me moet douchen met een emmer water en een halve kalebas. Maar een eigen plekje met badkamer voelt al heel goed. Bedankt voor de hulp vanuit Nederland! Foto's van mijn voordeur met enorme bel, bed en het terras.

Mijn dieet bestaat vooralsnog uit kip met rijst. Daarbij 3 bonen en 1 schijfje komkommer. Hoopvol vraag ik steeds om extra groenten. Men kijkt verbaasd en stopt dan vertwijfeld een extra boon in mijn bakje. Na herhaling van mijn vraag wordt er nog een schijfje komkommer bijgepropt. De meeste groenten hier moeten worden gekookt en dat is lastig zonder fornuis. Maar gelukkig is er in dit seizoen ontzettend veel fruit, zoals ananas en pompelmoes…..deze laatste vrucht is alleen al zo lekker omdat het eindeloos duurt hem te pellen.

Voel me weliswaar thuis in Paramaribo, maar heb toch nog niet helemaal mijn draai gevonden. Ik wist dat het niet makkelijk zou worden, maar soms is het moeilijk positief te blijven als je steeds tegen een muur aanloopt. Je probeert dingen geregeld te krijgen, maar het word je soms onmogelijk gemaakt. Maar de aanhouder wint vast ook deze keer dus ik ga door en probeer me te focussen op de leuke dingen. In de hangmat met een boek en een flesje zuurzaksap genietend van de kolibri’s die om je heen zoeven, zwemmen in het olympisch bad met de swingende Surinaamse hits snoeihard op de achtergrond……zo erg is dat nog niet.

15 June 2007

Engelen

En nét op het moment dat je het niet meer ziet zitten, loop je iemand tegen het lijf.......de engel.
Op al mijn reizen is dit gebeurd. Net wanneer je met je ziel onder je arm op een overvol, stinkend marktplein zit, na een rit van 12 uur door de bergen die je staand in een brakke bus hebt overleefd, waar je wordt belaagd door muggen en mensen die vanalles van je willen, je geen stap verder komt omdat je de taal niet spreekt en te moe bent om nogmaals met gebaren uit te leggen wat je wilt, je je niet veilig kunt verplaatsen met al je bagage en het al begint te schemeren……….hoor je ineens een verlegen stem achter je zeggen: “Can I help you?” Je kunt dan nog net een flauwe glimlach eruit persen. En voor je het weet, zit je fris gedoucht op een veranda aan overheerlijke nasi en zie je de wereld weer door een roze bril.

Zo ook nu. Na wat vervelende dagen gaat het vandaag een stuk beter. Gesprek geregeld in het Academisch Ziekenhuis. De verpleegkundig directrice (engel 1) maakte er gelijk werk van. Ik mag starten op de SEH en die papieren komen later wel. Ik kreeg bijzondere vragen tijdens mijn sollicitatie: Welke boeken lees je? Welke krant lees je? Hoeveel keren ben je blijven zitten? Wat doet je vader, wat doet je moeder? Heb je vaak ruzie met collega’s?
Na een uur stond ik met een keuringsaanvraag buiten. Ik word medisch eerst helemaal doorgelicht. Urine, faeces, bloedonderzoek, X-thorax, Mantoux, naar de oogpoli en algemeen lichamelijk onderzoek.

Daarnaast botste ik in het hostel tegen een man aan (engel 2). We raakten in gesprek. Hij hoorde mijn verhaal en vertelde me dat hij toevallig die avond had afgesproken met een jeugdvriend, een bekende arts in Suriname. Deze arts is tevens directeur van het BOG, Bureau voor Openbare Gezondheidszorg. Ze houden zich vooral bezig met de uitbraak van epidemieën in Suriname. Ik werd uitgenodigd voor die avond, misschien dat hij iets voor me kon betekenen.
De arts (engel 3) in kwestie was inderdaad op zoek naar verpleegkundigen. Hij gaat kijken wat hij voor me kan doen. Ik zou kunnen werken als research nurse en ga dan het hele land door om mee te helpen bij het in kaart brengen en het voorkomen van uitbraken van vooral tropische infectieziekten. Klinkt allemaal erg interessant! De sollicitatieprocedure duurt wel lang. Mijn gegevens moeten eerst ter goedkeuring naar de vice-president…….kom ik daar ook nog eens. Maar het kan vast opgestart zijn en ondertussen kan ik die SEH ervaring meepikken.

Zal wel de zusterflat moeten verlaten, maar dat is geen straf. Weinig te beleven. Om je een idee te geven: mijn onderbuurvrouw is 91 jaar. Ze is wel ontzettend lief en loopt in haar stijfgestreken zusteroutfit en te grote bril door de gangen van het ziekenhuis. Verder wonen er enkele Surinaamse zusters, maar ze zijn erg op zichzelf. Kijken of er morgen een engel voorbij komt met woonruimte.

God, je zou bijna gaan denken dat ik gelovig was……..

13 June 2007

Leve de bureaucratie!

Soms zit het mee en soms zit het verschrikkelijk tegen!! Ik ben nog steeds aan het wachten totdat ik mag starten in het ziekenhuis. Vanuit Nederland heb ik gesolliciteerd in Suriname. Uiteindelijk met een ziekenhuis in onderhandeling gegaan. Op mijn vragen wat ik allemaal nodig had om te starten, kwam altijd een simpel antwoord. Je diploma en een MRSA-vrije verklaring. Opeens kreeg ik 2 dagen voor vertrek een lijst toegestuurd met documenten die ik mee moest nemen, aangezien de wetten waren veranderd.

Na aankomst in Suriname ben ik direct naar het ziekenhuis gegaan en heb de documenten overlegd. Het leek goed te komen en ik ben naar het binnenland vertrokken.
Vol enthousiasme liep ik maandagochtend de afdeling op in mijn witte outfit (detail: je moet hier een hoofdkapje op). Binnen tien minuten stond ik verslagen weer buiten. Ik mocht niet werken, want mijn papieren bleken niet in orde te zijn.
Twee dagen bleef alles een beetje onduidelijk. Vandaag ben ik zelf op onderzoek uitgegaan. Strijdlustig naar het Diakonessenhuis getogen, het ziekenhuis waar ik vorig jaar stage heb gelopen. Ze waren verrast me weer te zien, hadden personeelstekort en ik zou direct aan de slag kunnen op mijn eigen afdeling, alleen die papieren. De Inspectie van de Gezondheidszorg heeft de regels onlangs aangescherpt en ze kunnen daar nu niet omheen. Degenen die een paar maanden geleden zijn begonnen, hoefden hun diploma niet eens te laten zien. En ik moet de meest onzinnige papieren overleggen! Papieren die in Nederland bij elkaar verzonnen moeten gaan worden.

Maar ik was op oorlogspad en ben zelf naar het Ministerie van Volksgezondheid gegaan. Ze waren er opvallend aardig, wat op zich uniek is voor een ambtelijk apparaat in Sur. Maar zelfde conclusie.....Ik mag niet werken zonder die documenten...punt! Ze gaven me ook nog een extra lijst mee waarop allerlei stukken staan die ik nodig heb voor mijn registratie als verpleegkundige. Het ziekenhuis had die info voor het gemak achterwege gelaten. Met tranen in mijn ogen het pand verlaten. Tja, en wat nu? Ik heb het naar mijn zin in Suriname, maar sta onderhand te springen om aan de slag te mogen. Kan natuurlijk altijd in een kindertehuis gaan werken. Gisteren toevallig bij een kindertehuis geweest en het is dankbaar werk waar je ook veel energie van krijgt. Maar ben onderhand uitgesnabbeld en mijn hart ligt bij het werken in een ziekenhuis. Waar dat is maakt me onderhand niet meer uit.

Het is moeilijk, want wil niet meer wachten, maar heb geen optie vrees ik. Ze hebben me niet goed ingelicht. De mails heb ik als bewijs, maar boos worden heeft geen zin, dan gaan ze helemaal niet meer meewerken. Zo werkt dat hier. Accepteren en doorgaan. We houden de moed erin.......

12 June 2007

Palumeu

Met de bekende piloot Otto naar Palumeu gevlogen. Helaas dit keer niet zelf mogen vliegen, maar toch blijft het bijzonder. Je vliegt relatief laag dus je hebt geweldig mooi uitzicht over de jungle. De zwaar ronkende motoren die alles overstemmen en met je knieën in de nek van de piloot. En dan land je ineens middenin die jungle op een klein grasveld.
Palumeu is een indianendorp in het zuiden van Suriname waar de Trio en de Wajana indianen wonen. In totaal wonen er 17.000 indianen in Suriname. De indianen in Palumeu zijn een vriendelijk volk, maar heel anders dan de marrons. Waar bij de marrons binnen een half uur 10 kinderen op je schoot kruipen en de volwassenen nieuwsgierig naar je staren, hebben we de eerste dagen de indianen alleen op afstand gezien. Het ijs moest echt breken en na een paar dagen kregen we meer contact met de mensen en voerden we gesprekken met handen en voeten.

We sliepen in een hut aan de rivier, ontzettend mooi. Zo ontzettend stil, alleen de geluiden van de jungle om je heen. De eerste middag stroomopwaarts gevaren en daar met een zwemvest in het water gesprongen om ons daarna, samen met de piranha’s, met de stroom mee te laten voeren. Geweldig om zwemmend de hutten van het dorp voorbij te gaan. De kids speelden in het water en toonden meteen hun meest stoere salto's vanuit de bomen langs het water. De rest van de dagen gaan wandelen en hebben we Potihill beklommen, van waar je een mooi uitzicht had over de jungle en de gebergten aan de Braziliaanse grens. Verder relaxt vakantie gevierd: varen in de korjaal, zwemmen in de rivier, in de hangmat liggen en vooral heel veel gegeten. Erg lekkere groenten en uiteraard veel kip in allerlei gedaantes.


Bij een rondleiding in het dorp nog gezien hoe de indianen allerlei dingen maken, zoals gevlochten manden en matten, sisaltouw en sieraden. Een diner aangeboden gekregen van soep, cassavebrood en een of ander roze drankje dat naar modder smaakte. Ontzettend lief, maar het was even bikkelen om op te eten/drinken. Je zag ieders gezicht vertrekken tijdens het nuttigen en ondertussen proberend een smile te behouden.

Laatste dag naar de plaatselijke lagere school geweest. De kids hingen meer buiten het lokaal dan dat ze braaf op de stoelen zaten. Er waren maar 3 leraressen voor de 6 verschillende klassen. Opgelost met een hekje tussen lokalen en dan maar steeds op-en-neer lopen.


Van de hoofdindiaan pijl en boog leren schieten, wat nog wel moeilijk bleek te zijn. De indianen schoten strakke pijlen mijlen ver en wij konden de schietschijf wat op 10 meter afstand stond nog nauwelijks raken. De pijl vloog er vaak al uit voordat je het had opgespannen. Oefening baart kunst zeg maar dus daarom heb ik maar een pijl en boog meegenomen. Kan ik straks mijn eigen maaltijd vanuit de zusterflat bij elkaar scharrelen.

Gedurende de nacht kwam er vanalles tot leven. Door, onder of over de hut kroop en vloog vanalles. Vleermuizen, spinnen, padden, hagedissen, brulapen en de meest vreemde vogels. Spannend zonder electriciteit. Even een lampje aanklikken is er niet bij, dan maar met de olielamp een grondige inspectie van je bed.

11 June 2007

De jas van opa

Vorig weekend naar Galibi gegaan, een strand in het oosten van Suriname waar zeeschildpadden op het land komen om eieren te leggen. Aangezien een georganiseerde tour erg duur is, zijn we het zelf gaan proberen.
Vanuit Paramaribo moesten we een bus naar Albina nemen. Vanuit Albina stap je op de boot richting Galibi. Veertig taxichauffeurs doken letterlijk op ons om de rit te kunnen bemachtigen. Met bruut geweld de mannen van ons af moeten schudden. Na lang onderhandelen hadden we eindelijk een bus gevonden en een paar uur later stonden we in Albina. Daar volgde hetzelfde ritueel, maar nu met de bootsmannen.

Uiteindelijk met een indianenvrouw in zee gegaan. Na 10 minuten varen begon het te stortregenen. Geen gezellig Nederlands regenbuitje, maar een tropische bui. Ik had geen regenjas, niet al te verstandig in de regentijd, en kreeg de jas van opa aangeboden. Voelde me bezwaard want opa zat in zijn korte broek en probeerde met een plastic zak de bui te trotseren. Het was het meest stinkende vissersjasje ooit. Dankbaar als ik was drapeerde ik het gele geval lichtjes om me heen om maar zo min mogelijk contactpunten te hebben. Maar daar nam hij geen genoegen mee en hij trok de jas strak om me heen. Hij was behoorlijk dronken en zat op een plastic tuinstoel voorop de boot. Regelmatig wankelde hij en tot vier keer toe konden we net behoeden dat hij overboord zou vallen. Met als resultaat dat hij bovenop ons viel en wij hem weer zo goed mogelijk op zijn stoel hesen.
Een paar keer vroegen we hoe ver het nog was, waarop hij antwoordde dat het nog een kwartier was. Afijn....2,5 uur later kwamen we doorweekt aan in het indianendorp Langamankondre. Frank had nog een droge rechtervoet. Zelfs dat had ik niet meer. Alles uittrekken dan maar en te drogen hangen in de hut.
Heerlijk kip met rijst gegeten met een beetje rum om warm te worden en daarna in de hangmat gekropen. Middenin de nacht zijn we per korjaal naar een eiland in de buurt gevaren om de schildpadden te zien. Wow, wat een grote beesten! We hebben er veel kunnen spotten, maar weet niet of het helemaal legaal is, want we zaten pal naast de gravende schildpadden. Zo dichtbij dat geregeld een schep zand tegen ons werd aangegooid. Het was erg indrukwekkend. Ondertussen werden we belaagd door zwermen bloeddorstige muggen. Vooral mijn oogleden waren in trek, waardoor mijn oog zo dik werd dat hij niet meer open ging. Charming!

De muggen hebben uiteindelijk gewonnen. Na een anderhalf uur hebben we de strijd opgegeven en zijn terug gegaan om vanuit de hangmat de zon te zien opkomen. Toch wel heel gaaf!
Na een ochtendwandeling door het dorp zijn we begonnen aan de terugtocht naar Albina. Heerlijk in het zonnetje en met een snelle boot waren we er binnen een uur…..Zo kan het dus ook. Even voet aan wal gezet in Frans-Guyana en daarna met de bus terug naar Paramaribo.

08 June 2007

Mi a e go bun

Net terug uit het binnenland. Kon niet eerder wat op site zetten, maar alles is goed (mi a e go bun). Aan ene kant gek om hier te zijn, maar ook wel heel vertrouwd. Alles is nog hetzelfde. Lekker zonnig, enorm veel muggen (en nog meer muggenbulten), de roti smaakt weer goed, Fernandes is nog steeds niet te drinken, Caipirinha wel, dezelfde hits schallen uit de verschillende bussen. Inmiddels ook veel oude bekenden gezien, zoals piloot Otto die ons naar het binnenland vloog, bekende tourguides, barmannen en oude huisgenoten.

Afgelopen week vooral tussen de Indianen in het binnenland vertoefd. De sterke verhalen en foto's ga ik morgen op de site zetten. Nu even wat dingen organiseren en een leuke laatste avond met Frank. Vanaf morgen ben ik alleen en heb ik alle tijd! Alhoewel, maandag begin ik met werken en ik rol langzaam in het leven hier en zal me voorlopig niet vervelen.......