29 November 2007

Dag poppie!

Terwijl ik me onderdompel in de bureaucratie en van het ene kantoor naar het andere wordt gesnauwd, wachtend op een verblijfsvergunning, geniet ik van elk moment dat ik in Sur ben. Wat is hier nu zo leuk??? Hmm, goede vraag. Een vraag die wij elkaar ook regelmatig stellen. Het ene moment raak je gefrustreerd, maar juist die kleine dingen maken me zo blij. Als ik in de reggae bus naar huis rijd, als de papegaaien met veel gekrijs vechten om het beste plekje in de palmbomen rond het ziekenhuis, de brandende zon op je huid en de verlossende regenbuien daarna, de gesprekken met allerlei mensen op straat. Zo liep ik vandaag een gebouw binnen om te schuilen voor de regen. Een oude portier zat te wiebelen op zijn stoel en begon tegen me aan te praten. De man had veel interessante dingen te vertellen en toen het droog was stond ik nog altijd met hem te praten. Ik denk dat hij het goed omschreef. In Suriname kun je ademen. Je mag rommelen, er zijn niet te veel strikte regels. Ik denk dat het zoiets moet zijn…..het is een gevoel. Een goed gevoel.

Ik ga mijn vrienden hier enorm missen, de maatjes die je elke dag ziet en met wie je een band opbouwt. Vrienden afkomstig uit de hele wereld. Vrijwel iedereen zit hier alleen en daardoor word je snel elkaars familie. Je leven draait om elkaar. Een tijdelijke relatie, maar wel een hele hechte. Ik zal het ´he poppie´ missen, waarmee mijn Surinaamse vrienden me vrolijk begroeten.
Een bosje bloemen siert mijn kamer, gekregen van mijn lieve huisgenoot. Gepropt in een lege pot Wippy pindakaas. Als dank voor de leuke tijd samen. De tweede keer Suriname is zowaar nog beter bevallen dan de eerste keer. Er gaan weer tranen rollen bij mijn zoveelste vertrek.
Inmiddels word ik tweetalig bijgeschoold door mijn Surinaams en Spaans sprekende vrienden. Dat leidt uiteraard vaak tot hilariteit. Zo vroeg een Surinaamse vriend onlangs of hij ons kon bonken. We keken hem vol verbazing aan en stamelden…’nou nee’. Maar hier betekent het of men je even thuis af moet zetten. Een T-shirt heet een trui, een hemdje een okselmouw, een trui een blouse, deodorant een okselstick. Een streetparty bestaat uit een groep jongeren die in de kofferbak van een auto zitten met enorme luidsprekers en bier in literflessen. Een verborgen ei is een ei met een deeglaagje eromheen. Een onderbroek is weer een ouderwetse directoir. Hier ga je voor vakantie naar het binnenland ipv naar het buitenland. Het buitenland is hier Nederland.

And just some words in English. I will miss you guys!! You have been a great part of my life in Suriname. Don’t know if we will see eachother again some day, but I will always think about the time we spent in Paramaribo. The evenings in Zanzibar, chatting the time away with Borgoe and Parbo, dancing in ZsaZsaZsu, Salsa moves at Havana Lounge, the rides in your oversized cars, the fancy dinners, the language issues we had…..I am glad we finally achieved to be in the newspaper! Thanx for the memories!

En nu op naar Aruba…….een paar dagen ´bijkomen´ aan een mooi wit strand, de eerste stap terug richting Nederland. Tot gauw! x

28 November 2007

Opgedroogde tranen

Mijn laatste dag gehad op de SEH. Een raar gevoel na 4 intensieve maanden. Nog steeds wisselen de dagen zich in rap tempo af. Word ik af en toe echt gek van het geschreeuw van de hoofdzuster, de mentaliteit van mijn collega’s, vervloek ik de haperende apparatuur, de bedden zonder matrassen, de regen die binnen komt druppelen……het zijn ook weer net deze dingen die het hier zo interessant maken. Je wordt je bewust van de luxe die je in NL hebt. Zo denk ik wel even na hoeveel gaasjes ik gebruik, omdat ik ze zelf eerst moet knippen en vouwen. De paar rollen verband moet je zuinig gebruiken. Glucosestrips om bloedsuiker te meten komen op de bon. Elk stripje moet verantwoord worden in een schriftje met handtekeningen van de arts. En soms zijn ze er gewoon niet.

Maar als een opa dan zijn bibberende hand uitsteekt om me te bedanken voor het weghalen van zijn pijn. Als een kind de behandelkamer uitloopt en zich nog even omdraait en ik een lach zie verschijnen in zijn betraande gezichtje, ik naar hem zwaai en hij met zijn kartonnen spalk probeert terug te zwaaien. Als ik na een zware dienst door het lege ziekenhuis loop, de straathonden ontwijkend, en de brandende zon instap...........krijg ik zelf de kriebels! Ik heb enorm moeten ploeteren, maar ik heb het gered! En ik zal het gaan missen.


Paar weken geleden heb ik een trauma-cursus gevolgd, Primary Trauma Care. Een belangrijke cursus voor traumazorg in ontwikkelingslanden, waar weinig tot geen middelen zijn. Geweldig interessant en meteen duidelijk dat ik hier wel op mijn plek zit.

Organisatorisch zijn er veel problemen op de afdeling. De doorstroming naar de verpleegafdelingen stagneert, waardoor de patiënten te lang op de SEH blijven. Soms weken. Als de bedden vol zijn en we krijgen een groot trauma binnen, moeten we kijken wie we uit zijn bed kunnen halen. Middenin de nacht moeten mensen hun bed uit en op een stoel of buiten verder suffen. Gewoon niet genoeg ruimte en personeel om alles te kunnen doen. En dan is onlangs het dak van het Diakonessen, een ander ziekenhuis, eraf gewaaid, waardoor we ook deze patiënten erbij kregen. Duidelijk niet ingesteld op een crisissituatie.

Pas zijn we om deze reden in staking gegaan. Met de artsen en verpleegkundigen van de SEH zijn we naar het kantoor van de directeur getogen. Boos en gefrustreerd door de onwerkbare situatie. Te veel patiënten stromen binnen op de toch al te volle afdeling. Het is tijd voor verandering. Mijn collega’s waren strijdlustig en het leek een goed plan, maar een uur later liepen we met de staart tussen de benen het kantoor weer uit. Verbaal compleet uit het veld geslagen door de directeur.

Ik heb een jaarcontract. Vanaf eind november krijg ik een aantal weken verlof. In december ben ik weer in Nederland. Begin januari moet ik me weer melden in mijn groene outfit…….of niet…..

Mooi oranje

Een trots gevoel toen ik Yvonne ophaalde van het vliegveld en haar kon laten zien waar ik het laatste jaar heb doorgebracht.....de mooie natuur als je van het vliegveld rijdt, de chaos op straat, het drinken van zuurzaksap in het zonnetje, op slippers door de straten slenteren, de sfeervolle reggaemuziek in de bussen, mijn lieve vrienden, mijn werk, mijn houten kamertje met de gele luiken en hangmat voor de deur.

Maar een strak schema heeft ervoor gezorgd dat ze er precies 1 avond van heeft kunnen genieten. De dag na aankomst zijn we meteen het binnenland ingetrokken. Met het openbaar vervoer naar Brownsberg…een brak busje met doorgezakte stoelen en ramen die niet helemaal dicht gingen. Het uitzicht maakt veel goed…..….. het groen dat oprijst aan de zijkant van de oranje stofweg. Nederlands koningsgezind kwamen we aan……oranje van top tot teen.

De douche te koud, de vogelspin in de douche te groot……..dan maar oranje de nacht in. In de hangmat…..bibberen van de kou maar genieten van de nacht in de jungle. Wakker worden van de schreeuwende apen die boven je hoofd van de een naar de andere boom springen, na het ontbijt naar een verlaten uitkijkpunt, starend naar de jungle, eten wat de pot schaft (wat resulteert in kip met rijst) in het kleine restaurantje bovenop de berg terwijl exotische vogels ongestoord voorbij kakelen.

Volgende dag bij het benzinestation onderaan de berg hoopvol op een lift gewacht naar Atjoni…..even geduld, maar uiteindelijk konden we onszelf nog in een volle bus proppen. Een zwetend kind op mijn schoot, een zak groenten onder mijn voeten en zo hobbelden we 2,5 lang over de zandweg. Met oranje stof in elke porie, opgedroogde ogen, en plakkend van de hitte kwamen we eindelijk aan in Atjoni.

Kennis gemaakt met bootsman Blankie, een aparte naam voor een pikzwarte man, en in 2 uur tijd stroomopwaarts door de jungle naar Botopasi gevaren. De dorpjes aan de oevers waren weer betoverend……de hutjes middenin de jungle, de wassende vrouwen, de spelende kids.

Ondanks wat relationele toestanden in het hotel, was Botopasi vooral relaxen aan de rivier. Een grote stroomversnelling voor de deur waar wij overdag in zwommen en waar ’s nachts de kaaimannen in kropen. Kokkin Ottolien maakte heerlijke gerechten en bootsman Joshua kon masseren als de beste. Door een misstap op Brownsberg had ik een spier in mijn nek verrekt. Gruwelijk veel pijn, maar onder handen genomen door Joshua, de zoon van de medicijnman, die naar eigen zeggen speciale krachten had. Na wat goddelijke teksten nam hij me onder handen en was ik snel weer pijnvrij. Nog een dagje met naar Ladoani gevaren, naar de lieve Broeder Ahrend. Dit blijft voor mij toch wel het mooiste dorpje in Suriname, maar waarschijnlijk door de mooie herinneringen die ik eraan heb overgehouden.

Het is in ieder geval weer bewezen dat het binnenland geweldig is! Binnenkort kan ik het mijn ouders laten zien!

21 November 2007

Gevulde wieg

Leven en dood. Enorm zichtbaar op de SEH. Het ene moment breng je een patiënt naar de IC, een paar minuten later sta je met een kersverse baby in je armen.

De laatste tijd lijkt de SEH meer op een grote verloskamer. Het Academisch Ziekenhuis heeft 2 verloskamers……..Duidelijk niet genoeg. De twee bedden zijn non-stop bezet, waarna men naar de SEH wordt verwezen. En wij hebben maar liefst 1 verlosbed. Dit leidt vaak tot stressvolle situaties, vooral in de avonden en nachten als er weinig personeel is.

Zwetend kom je de verloskamer uit, verlossend kijk je de wachtkamer in en zuchtend tel je 5 nieuwe dikke buiken. Improviseren…..stoelen worden verlosbedden, de spoelruimte een verloskamer. Productie draaien. Zodra de vrouw bevallen is, moet ze het bed vrij maken voor de volgende. Het blijft altijd moeilijk in te schatten hoe snel het gaat verlopen. Soms duurt het uren, soms een paar seconden. Vorige week riep een vrouw vanuit de wachtkamer ’de baby komt’ en 1 seconde later gleed het onder de stoel door en doken we op onze knieën om de baby onder de stoel vandaan te vissen.

Op drukke dagen wordt het enige wiegje op de afdeling in een mum van tijd gevuld met kleine hummels: Chinese, Creoolse en Hindoestaanse kindjes liggen gemoedelijk tegen elkaar aan. De wijze waarop de vrouwen bevallen is opvallend. Over het algemeen zingen Creoolse vrouwen zich door de weeën heen, Hindoestanen schreeuwen en kreunen dramatisch, Indiaanse en Chinese vrouwen bijten hard op hun kiezen en kermen zachtjes.

Hoe de baby gaat heten is niet altijd duidelijk. In Nederland roept men meteen de naam, hier heeft men nog niet altijd een naam. Of men kent het nog niet uit het hoofd en moet een briefje uit de tas halen. Onlangs vertelde een vrouw wel de naam van haar baby waarop mijn collega uiterst eerlijk riep ‘wat een lelijke naam!’


Na een lange drukke dag ga ik even een sapje drinken bij mijn Sneesie, zoals de Surinamers de Chinezen ‘liefkozend’ noemen. Ik kom te weinig en wordt iedere keer streng toegesproken. Pas kreeg ik, nadat ik de toespraak had overleefd, een zijden zakje overhandigd met een hangertje erin. Voor goed geluk. De hele familie keek me stralend aan terwijl ik het foeilelijke ding uitpakte en dankbaar in ontvangst nam. Ik besefte me dat ik het gouden hangertje op een dag om moest hangen..........voor goed geluk dan wel uit goed fatsoen.

06 November 2007

Surinaamse kids

Mijn woorden zijn even op, maar sommige beelden behoeven geen tekst….


Nieuwsgierig komen ze uit allerlei hoeken gerend als het vliegtuig in de jungle landt. Met hun blote billen hollen ze door het binnenland van Suriname. Stoer kijken ze in mijn camera om daarna wild lachend naar het resultaat te komen kijken.

Fanatiek borstelen ze de pannen totdat het pijn doet aan je ogen, vissen ze het avondmaal bij elkaar, springen over de rotsen naar de rivier en kijken je vanuit het water uitdagend aan….’kom je baden?’ waarna ik voorzichtig op handen en voeten achter ze aan klauter.



Ze pakken je hand vast en staren je eindeloos aan, vallen in slaap in je hangmat, proberen je haren netjes te vlechten met een enorme klittenbol als resultaat.


Schalen, potten en pannen balanceren ze op hun hoofd, hun kleine zusjes en broertjes meetrekkend over de zandpaden in het dorp.

Ik kniel op de grond om wat te pakken en binnen een seconde klamt een klein jochie zich aan me vast en geeft me een enorme kus op mijn oor. Even klappert mijn trommelvlies, maar voel me vereerd.

Afijn, toch weer te veel woorden….de kids van Suriname…ze verdienen een ere-plaatsje op mijn blog….bij deze.