30 November 2006

Srefi Densi

Afgelopen zaterdag, 25 november, was het Srefi Densi. Onafhankelijkheidsdag. Op deze dag herdenken de Surinamers de overdracht van de macht van Nederland aan de zelfstandige staat Suriname in 1975.



Korte geschiedenisles van het internet geplukt
Spaanse ontdekkingsreizigers bereiken het huidige Suriname eind vijftiende eeuw, in de zestiende eeuw gevolgd door Engelse en Nederlandse kolonisten. Het zijn de Engelsen die de eerste succesvolle nederzetting stichten. In 1667 staan zij Suriname af aan Nederland (in dat jaar veroverd door de Zeeuw Abraham Crijnssen) in ruil voor Nieuw Amsterdam, het huidige New York. De Nederlandse kolonie vormt aanvankelijk een plantage-economie die gebaseerd is op slavenarbeid. Na afschaffing van de slavernij in 1863 vindt grootschalige immigratie plaats van contractarbeiders uit Brits-Indië (Hindoestanen) en Nederlands-Indië (vooral Javanen). Vanaf 1920 drijft de economie op bauxietexport. Met het Koninkrijksstatuut van 1954 wordt Suriname rijksdeel van het Koninkrijk der Nederlanden en verkrijgt het autonomie met uitzondering van de terreinen defensie en buitenlandse zaken. Op 25 november 1975 wordt Suriname een onafhankelijke republiek.

Het was groot feest! Had wat weg van Koninginnedag in Nederland. Het begon 's morgens heel vroeg met een defilé. Hilke en ik hadden ons voornamelijk geconcentreerd op de nacht ervoor, die ook bijzonder gezellig was, dus we hebben het officiële gedeelte van horen zeggen.
Maandag stonden de kranten vol van de blunder.......een van de pronkstukken van het nationale leger kreeg panne voor de tribune van de buitenlandse gasten.



Door de hele stad stonden kraampjes met allerlei zelfgemaakte spullen, zoals een gebreide bikini in de kleuren van de Surinaamse vlag (zal vast iemand goed staan).



Uiteraard was het meerendeel van de kraampjes bestemd voor het verkopen van etenswaren. Veel oudere creoolse vrouwen in mooie traditionele kleding stonden met pannen vol eten in het kraampje. De Surinaamse pom, roti, pastei, bami, nasi gingen vlot over de toonbank.



In de palmentuin stonden voornamelijk barbeques. Gemaakt van oude dieseltonnen waar een klein schoornsteentje op is gemonteerd. Een uitermate goed idee gezien de enorme hoosbuien die ook op deze dag regelmatig voorbij kwamen.



Het zag er allemaal heel feestelijk uit. Mensen hadden werk gemaakt van hun vertoning. Gehuld in mooie afrikaanse doeken met geweldige hoeden, haren ingevlochten met duizenden kraaltjes, de gouden tanden opgepoetst. Op elke straathoek swingende muziek of een optreden van een of andere dansgroep.





En af en toe kwam er een heel vaag type voorbij...

24 November 2006

Kerst op slippers

Eenmaal terug uit Kajana bleek ons nieuwe roze huis helaas nog niet klaar te zijn. Lastig, want we hadden de kamer in de zusterflat al opgezegd. Er zat even niets anders op dan illegaal in de flat te verblijven. Twee meiden waren net naar het binnenland vertrokken, dus we konden in hun kamer. Kwam precies goed uit!

Na een aantal dagen konden we verhuizen. Een hele volksverhuizing! Denk je dat je alleen een backpack bezit, maar we hebben toch nog een hele jeep kunnen vullen.
We zitten nu dichterbij het centrum en dat bevalt goed! Geen gedoe met taxi's en bussen, maar lopen en fietsen. Erg veilig met genoeg bewakers, aangezien de hele vriendenclub van de bewakers erbij komt zitten. We kunnen en mogen nu ook mensen uitnodigen, iets wat op de flat onmogelijk was.
Een grote leefkeuken met alle 'luxe' (nu ik dit weer overlees, merk ik dat er niet meer staat dan een koelkast, een oud gasfornuis en wat kleine huishoudelijke apparaten, maar het voelt ineens zo luxe!). Elke dag vers brood, beleg en fruit. Een mega-tv met zelfs het NOS-journaal om 8 uur. Elke ochtend 3 kranten! En sinds een paar dagen ook een splinternieuwe Chinese mountainbike (compleet met E.T.-mandje voorop).
Enige nadeel is dat je over de wc moet klauteren om bij de douche te komen en dat je op de wc alleen in een split-stand plaats kunt nemen.........leve de yoga!



Inmiddels ben ik zelf ook van uiterlijk veranderd. Ik heb pikzwart haar...kleine inschattingsfout met de lokale henna. Een grote schok toen ik ’s morgens wakker werd en in slaap was gevallen met de henna in mijn haar. De integratie zet zich voort!

Vorige week is mijn mantoux-uitslag bekend geworden. Had in mijn laatste stageweek nog even geval open tbc mogen meepikken. Tja, je doet het goed of je doet het niet. Drie dagen heb ik rondgelopen met een grote zwarte cirkel (met dikke merkstift) op mijn onderarm. Maar de uitslag was goed!

Sinds een aantal dagen schijnt de kleine regentijd te zijn begonnen. Hoosbuien die respect afdwingen! De straten verdwijnen onder water. Op de fiets zit je tot aan je enkels in het water. Maar gelukkig regent het niet de hele dag, is het warm en is het over een maand alweer afgelopen!

Ik heb besloten langer te blijven! Suriname heeft iets! De mogelijkheid om kerst en oud & nieuw voort te zetten op mijn slippers....keuze is snel gemaakt. Eind januari zal ik dan naar Nederland vliegen.
Ik ga weer in het Diakonessenhuis werken op de afdeling Interne Geneeskunde. Eigenlijk wilde ik vanuit Parbo nog wat reizen, maar het is niet makkelijk. Veel verder dan wat eilanden kom je niet. Met de rest van Zuid-Amerika heeft Suriname geen verbinding. Om in Ecuador te komen moest ik de volgende route afleggen: Paramaribo - Trinidad - Curacao - Miami - Quito. Het sluit allemaal niet goed aan en het wordt een beetje prijzig.

Maar de Surinamers roepen allemaal heel hard dat december in Suriname echt een happening is. Als je vraagt wat er dan allemaal gaat gebeuren, geeft niemand een concreet antwoord. Je moet het waarschijnlijk gewoon meemaken.....en dat ga ik doen!

21 November 2006

De barre terugtocht

Waar een ieder ander een vliegtuig terug zou nemen, dachten wij dat het wel leuk zou zijn over land/water terug te gaan naar Paramaribo. Bijzonder was het zeker! Vooral omdat je nog ruim een week kunt nagenieten van je reis. Bont en blauw kwamen we de truck uitrollen! Het deed na een aantal dagen nog te pijn om op een metalen terrasstoel te kunnen zitten......(Mies, niets geleerd van Sumbawa). Maar de tocht was het uiteindelijk wel waard!

's Morgensvroeg met de korjaal begonnen aan de bootreis naar Atjoni, een bootreis van 7 uur. Een korjaal is een uitgeholde boomstam, niets meer en niets minder. Je zit op smalle houten plankjes zonder rugleuning.

Onderweg zie je goed hoe hoog het water staat in de regentijd. En bij de overstromingen van afgelopen mei is dit water uiteraard nog verder gestegen.



Je vaart over een rustige rivier vol met rotsen, waardoor je veel moet zigzaggen. Af en toe wordt de rivier opgebroken door een soela (stroomversnelling). Hier gaat het rustige varen over in raften. Door de kracht van het water wordt de boot uit evenwicht gebracht en knal je soms op een rots. En zo kwam er steeds een lek bij.....

Bij te grote soela's konden we niet met de boot verder. Alle spullen werden uit de korjaal gehaald en moesten lopend naar de andere kant worden gebracht. Daar stond dan een lege boot klaar om weer verder te kunnen varen. Kwam erop neer dat je op je blote voeten over de rotsen en door het water loopt met je backpack op je rug en wat lege gasflessen onder je arm. Zo'n boot is goed volgeladen, omdat er allerlei spullen worden meegegeven voor de stad. En alles, inclusief de motor, moet er dan uit.



Wij sjouwen alles op onze rug en met onze handen, maar de vrouwen hier zetten doodleuk een paar kratten bier op hun hoofd en klauteren zo, met blote voeten, over de rotsen.





Aan de andere kant van de soela pak je een andere boot en daarmee vaar je verder. Moet je onderweg plassen..........spring je even in de rivier en kruip je daarna giebelend en met een rood hoofd de boot weer in (he, Annelies). Onderweg nog een jager gezien met zijn trotse vangst: een tapir! Echt een enorm beest!

Na de boottocht kwamen we aan in Atjoni en daar begon onze 6-uur durende reis per truck.



Ik ben nog nooit zo lang en zo hard door elkaar geschud. In een veringloze truck stuiterden we letterlijk over de bauxietweg. Je kon niet blijven zitten op je stoel, maar werd constant gelanceerd. Er was wel een horizontale stang gemonteerd, waaraan je je kon vasthouden (zoals bij een achtbaan). Het zegt genoeg.
Na een kwartier rijden moesten we ineens allemaal de truck uit omdat men de motor moest gaan koelen. En dan moet je nog 5 uur en 3 kwartier.......



Onderweg toch ook een prestatie geleverd door 6 uur lang te luisteren naar de snoeiharde muziek van de buschauffeur............een bandje met maar liefst 3 verschillende reggae-liedjes. De kracht van de herhaling!
Maar voelde me echt wel heel happy, zo denderend over de weg, in het zonnetje, door de natuur met de harde reggae muziek op de achtergrond.

20 November 2006

Zwangere mannen

"Kunnen mannen zwanger worden?" Dat was de vraag van de directeur van de basisschool. Pieter, een Nederlandse leraar, heeft er lang over gedaan om hem uit te leggen dat dat echt niet kan. Dit geeft een beeld van het kennisniveau in het binnenland.



We hebben twee dagen op de polikliniek gewerkt. Het is een vrij nieuw gebouw dat er is neergezet door de Medische Zending. Buiten is een wachtkamer voor de patiënten.





Broeder Jan draait de poli in zijn eentje. Officieel is hij verpleegkundige, maar hij behandelt alles wat zich voordoet. Het ene moment is hij het overgebleven stukje duim van een jongetje aan het verbinden (hij had het afgehakte stukje duim op sterk water staan), moet hij een kind opvangen dat door een schorpioen is gebeten, staat hij steentjes uit een kleuter te pulken (kind had een berg kiezels doorgeslikt), kiezen te trekken of gaatjes te vullen in het gebit van een patiënt of staat hij als verloskundige bij een bevalling.
En vaak zonder de juiste tools. Veel respect, want hij staat er dag en nacht, 7 dagen in de week, toch alleen voor op een bevolking van 1250 mensen. Zijn actieradius is uiteraard klein, want hij moet altijd bereikbaar zijn (op roepafstand).



Wij hebben meegeholpen met de wondenpoli, consultaties voor pasgeborenen, en de algemene poli.



Hij zat te snakken naar een assistent. Zou het graag doen en heb het serieus overwogen, maar ik kan niet met de mensen communiceren. Ze spreken Saramaccaans en daar kan ik niet al te veel van begrijpen. Zou wel de wondenpoli kunnen doen, wat al veel van zijn tijd opeist. Binnenkort is hij in Paramaribo, dan kan ik altijd nog zien of ik mee terug ga.

De meest gebruikte oplossingen voor de kwalen zijn het voorschrijven van paracetamol, vitaminepreparaten en antibiotica. Momenteel zijn er veel mensen met bloedarmoede of ijzertekort. Door de overstromingen zijn de kostgrondjes van de bewoners vernietigd en hebben ze zeer eenzijdig voedsel. Er is vrijwel geen groente en fruit te krijgen.

In het dorp Kajana wonen ongeveer 300 mensen en in totaal zijn er maar 3 families. Er lopen mensen rond met bepaalde afwijkingen. Een 'zesde' vinger of teen komt veel voor. Ook zijn er een aantal albino’s, en dat is toch wel apart om te zien. Ze hebben alle features van een Saramaccaan, maar zijn dan wit en hebben blond haar.



Op de poliklinieken in het binnenland wordt gewerkt met het 'Bolletjesformulier'. Hierop staan verschillende aandoeningen vermeld, zoals 'koorts', 'verkoudheid', 'malaria'. Zodra men een patiënt heeft met een van deze verschijnselen, moet er een bolletje worden ingekleurd op het formulier. Aan het einde van de week worden de bolletjes opgeteld en moet de uitslag worden doorgegeven aan Paramaribo. Op deze manier kunnen ze zien of er epidemieën uitbreken waarop dan actie kan worden ondernomen.

16 November 2006

Klop klop

Op de steiger in Kajana werd ik enthousiast binnengehaald. Vrouwen waren druk bezig met de (af)was of aan het baden in de rivier en een aantal kinderen stonden te vissen met een twijgje en een draadje waaraan een rijstkorrel wordt geregen (en daar vangen ze veel vissen mee!)





Elke dag staat in het teken van deze werkzaamheden.........de (af)was, koken, vissen, naar het kostgrondje en het verzorgen van de kinderen. En kinderen zijn er in overvloed. Een gemiddelde 24-jarige heeft toch wel minimaal 4-5 kinderen.



Ik kon net mijn rugzak neerzetten en hoorde toen dat we naar Awaradam zouden vertrekken, een dorp op een half uur varen van Kajana. Annelies en Hilke hadden de tourguides van de METS, reisorganisatie, leren kennen en ze hadden ons uitgenodigd om een dagje in het 'luxe' vakantieoord te verblijven. Genoten van een heerlijk diner bij zonsondergang in een lodge uitkijkend over een grote soela (stroomversnelling).



De volgende dag weer aan de boottocht naar Kajana begonnen. We hadden een hutje gehuurd op Kosindo (www.kosindo.com). De meeste hutjes zijn tijdens de overstromingen weggespoeld en men is nu fanatiek nieuwe aan het plaatsen. De mannen zetten de muren, de vrouwen rijgen het dak. Mijn hutje stond onder een enorme mangoboom. Mooi voor overdag, maar 's nachts was het een ware dierentuin. Het hele hutje kwam tot leven. Enorme spinnen, kakkerlakken, wormen, hagedissen.......Hoe verder je het binnenland in gaat, hoe groter de beesten lijken te worden!



Held als ik ben, liet ik eerst Annelies met het olielampje naar binnen gaan, gewapend met een slipper. Met het kleine beetje licht zie je weinig en schaduwen worden enorm. Vervolgens snel het bed inspringen en veilig onder de klamboe kruipen. Vanuit daar hoorde ik echt vanalles voorbij stampen, vliegen en kruipen. Fauna is leuk, maar niet als het in je bed ligt. Snel oordoppen inploppen en slapen.
Op dag van vertrek werd ik wakker en zag een enorme spin (handformaat) in mijn tas kruipen. Heb hem er nooit meer uit zien komen. Misschien wandelt hij nu ergens door Paramaribo, maar grote kans dat hij de barre terugreis niet heeft overleefd.

In Kajana hebben we een aantal dagen meegeholpen in de polikliniek en op de basisschool, maar vooral veel gerelaxed. Zwemmen in de rivier met de kids en uiteraard veel lezen in de hangmat. Zonnen op een rots in het midden van de rivier, inmiddels omgedoopt tot de Bakra-rots. Op zo'n 50 meter afstand lag regelmatig een anaconda (van een geschatte 6 meter) op de rotsen, kaaimannen hielden zich schuil in de beplanting aan de oevers en ook de piranha’s waren weer van de partij. En iedereen maar vrolijk zwemmen en vissen. In principe doen ze ook niets, de clou is dat je er niet teveel bij na moet denken.........



De eigenaar van Kosindo, Janjanman, en zijn vele vrouwen en kinderen (32 maar liefst) waren heel gastvrij en zorgden steeds weer voor het eten. De week begon met rijst en vissenkoppen, maar gelukkig werd al snel duidelijk dat we dat niet zo heel lekker vinden. Groente was er vrijwel niet (what's new) omdat de oogst door de overstromingen in mei vrijwel volledig is verwoest. Tijdens het eten bungelen de vogelspinnen boven je hoofd en hoppen de enorme padden onder je tafel door.

Wandelingen gemaakt naar nabijgelegen dorpen. Als je een dorp binnenkomt, moet je onder een balk met gedroogde palmbladeren door lopen om de kwade geesten buiten te houden. In dorp Stonhoekoe (op een rots op een hoek, zoals de naam al doet vermoeden) hebben ze de hoofdweg (zandpad) in tweeën gesplitst. De vrouwen moeten links aanhouden, de mannen rechts. Idee erachter is dat alles gestroomlijnd moet verlopen in geval van drukte (op een bevolking van nog geen 200 man). Maar met ritsen heeft de gemiddelde Nederlander uiteraard geen moeite.

Kinderen krijgen vanaf hun 10e hun eigen hutje, gebouwd naast die van hun ouders. Als je bij iemand op bezoek gaat, roep je 'klop klop' en stapt vervolgens het huis binnen. De wanden van de hutjes zijn vaak bekleed met een uitgebreid assortiment aan glimmende potten en pannen.





Op onze laatste avond was er nog een feest. Er wordt alleen feest gevierd als iemand overlijdt. Vanaf het moment van overlijden tot aan de begrafenis is er elke dag feest. Vervolgens wordt een aantal weken later een herdenking gehouden. Er wordt gebeden en gezongen en traditionele dansen worden uitgevoerd. Vervolgens komt er een dj draaien totdat, door het uitvallen van de generator, de hele boel wordt stilgelegd en de lokale mannen in het donker naar hun hut waggelen met net een Parbo'tje te veel op.

12 November 2006

This is your captain speaking!

Al mijn charmes en wat dollars (of andersom) in de strijd gegooid en uiteindelijk zondag een vlucht kunnen bemachtigen. De mannen van Gum Air waren geweldig en hebben er alles aan gedaan om me in Kajana te krijgen. Een vlucht naar Botopasi stond gepland, maar de piloot wilde wel een stukje verder vliegen om me in Kajana af te zetten.



Op z'n Surinaams besteeg ik de Cessna ruim een uur na oorspronkelijke vertrektijd. Ik was de enige passagier en mocht naar de stoel van de co-piloot klauteren. Mijn veiligheidsgordels waren wederom een standaard Surinaamse maat, die hingen er een beetje losjes bij. Maar ik zat toch vrijwel vastgeklemd tegen het stuur.



Tijdens het opstijgen wilde ik foto's maken van het unieke uitzicht. Piloot Otto pakte meteen mijn camera en ging alle foto’s bekijken. Ondertussen beetje bijsturen of wat naar de toren roepen. 150 foto’s later en 1000 extra hartslagen mijner zijds, had ik het wel een beetje gehad. Ik besloot hem maar wat te vragen over de schermpjes in de cockpit. Het werkte, hij ging zich weer volledig concentreren op het vliegen. Hij begon me alle schermpjes in de cockpit uit te leggen. Uiteraard moet je daarvoor wel wat manoeuvres maken. Had ik nou maar nooit gevraagd 'wat is dat?'.
Afijn, eenmaal weer horizontaal in de lucht, liet hij de stuurknuppel los. Volgens hem wist ik nu genoeg om te kunnen vliegen. Als hij een hartaanval zou krijgen, zou ik ook alleen verder moeten. Geruststellend idee, maar denk dat ik op dat moment zelf meer kans maakte. Maar hij was resoluut en ging gezellig achterover zitten en aanwijzingen geven........de richting, wanneer en hoeveel ik moest dalen of stijgen. Echt zo enorm gaaf!!

Na een uur waren we er. Nog een extra rondje om Kajana gevlogen om het goed te kunnen zien vanuit de lucht.



Eenmaal geland kwamen er vanuit alle hoeken kindjes op ons afgerend. Er werd geen vliegtuig verwacht vandaag en aangezien je het gedonder van de motor al van verre hoort, was iedereen nieuwsgierig geworden.



Ik ben het toestel uitgeklommen, kreeg het telefoonnummer van Otto in mijn handen gedrukt ('je weet maar nooit wanneer je het nodig hebt') en ben in euforische toestand door een bootsman naar het dorp gebracht waar Annelies en Hilke al rondliepen in de plaatselijke geborduurde doeken.





04 November 2006

Stress op Stoelmanseiland

Planning is gewijzigd! Vandaag zelf als patiënt met spoed teruggevlogen naar Paramaribo! Met de Cessna, die toch echt minder grappig is als je er daadwerkelijk in zit en je ziet dat alles aan elkaar hangt met tie wraps of gewoon niet meer aanwezig is in het vliegtuig. Maar wel een geweldig uitzicht!! En een enorme herrie.



De tocht naar naar Stoelmanseiland (Stoelie genoemd door de Surinamers) begon geweldig! Het blijft echt mooi om laag over de jungle te vliegen en de dorpjes, rivieren, bauxietwegen te zien. Landen op de airstrip blijft ook een happening.
Stoelmanseiland is een klein dorp, maar voorziet in de medische zorg voor een groot aantal dorpen in de omgeving. Het heeft een klein ziekenhuis en een polikliniek waar 1 arts en een aantal verpleegkundigen werken.
Op de poli was het heel rustig, alleen wat mensen op het spreekuur gehad die verkouden waren. Ook in het ziekenhuis was er weinig te doen. Er lagen 3 patiënten, en die waren de hele dag pinda's aan het pellen (het moet allemaal doorgaan natuurlijk).



We sliepen in een kamer bij het ziekenhuis. Aan de kamer zat een veranda omheind met kippengaas. We vroegen ons af waarom, maar dat werd binnen korte tijd duidelijk...de kids en de militairen in het dorp stonden geregeld aan het kippengaas en we werden zo dag en nacht bestudeerd.



De kinderen zijn echt heel erg open en nieuwsgierig en komen meteen op je af. Ze pakken ook meteen je hand vast of vragen of je met ze gaat baden (zwemmen). We hebben ook wat uren in de rivier met ze gezwommen en ze wat over en weer gegooid.





De eerste dag hebben we op de poli gewerkt. Vervolgens zijn we een dag met de bootsmannen naar Frans-Guyana gegaan om daar een nieuwe korjaal (uitgeholde boomstam) te gaan kopen.



Vervolgens zijn we twee dagen de rivier opgegaan om kinderen in de omliggende dorpen te vaccineren. Met zuster Jet en broeder David vele dorpen, aan zowel de Surinaamse als de Frans-Guyaanse kant, afgestruind op zoek naar kindjes die gevaccineerd moesten worden. Het werkt allemaal niet al te makkelijk. Zowel de Fransen als de Surinamers komen vaccineren en ze gebruiken andere cocktails, dus er moet goed worden uitgezocht wat een kind al heeft gehad. Daarnaast zijn de moeders vaak met de kinderen naar de kostgrondjes (moestuinen), die dieper in het oerwoud liggen, dus dan zijn de dorpen vrijwel uitgestorven. En vaak willen de ouders de kinderen ook niet vaccineren en worden er allerlei smoesjes verzonnen.

Je vaart of loopt door de jungle van het ene dorp (of kamp) naar het andere. De spullen onder de arm. Je vaccineert ook op de meest bizarre plaatsen, zoals op een krukje in de modder aan de rivier of op een paar tonnen met diesel.





's Avonds geslapen in een hangmat in het oerwoud. Wakker worden met de zon die opkomt boven de rivier, baden in de rivier en verse vis met kwak (gebakken cassave) als ontbijt.



En om er nog wat extra spanning in te gooien....In het allerlaatste dorp, zover mogelijk van Stoelie af, heb ik een prikaccident gehad! Ik liep met de naaldcontainer in mijn hand door het oerwoud, moest over boomstronken klauteren, zakte diep weg in de modder en de naaldcontainer knalde tegen mijn been aan. Geen probleem, ware het niet dat de naaldcontainers hier van karton zijn ipv hard plastic en er heel toevallig een naald uitstak. Deze ging recht mijn been in. Ik kon niets anders doen dan de prikplek zo goed mogelijk te laten bloeden. Verder hadden we geen water of alcohol bij ons. Ik heb Hilke mijn been uit laten knijpen en ben zelf maar gaan huilen. Zo geschrokken, want dit is toch wel een van je nachtmerries. En dan gebeurt het ook nog in de binnenlanden van Suriname. Dan kun je maar aan 1 ding denken.

Zuster Jet en broeder David reageerden heel lakoniek, maar dat zijn we in Suriname wel gewend. We gingen gewoon door met vaccineren en ik moest er maar niet te veel over nadenken. Uiteindelijk met een vrachtboot (een grote korjaal) terug gevaren naar Stoelie. We zaten op de grond tussen de tonnen diesel, maar het kon ons allemaal niet meer schelen. Helaas was het te laat om nog een vlucht te regelen, maar de volgende ochtend heeft de arts geprobeerd om een vlucht terug naar Paramaribo te krijgen. Volgens het protocol had ik 24 uur de tijd om eventueel nog met profylaxe te starten. Dus moest ik voor 11 uur 's morgens in Parbo zijn.
Niemand leek echt haast te hebben en we werden niet echt wijzer van de info die men ons gaf. Iedereen vertelde weer wat anders, variërend van een binnenkomende vlucht in 10 minuten tot geen enkele vlucht de komende dagen. Zodra men een toestel in de lucht zag, probeerde men de piloot op te sporen via de radio om te vragen of ze ons op konden pikken. Uiteindelijk zelf ook nog wat geroepen over de radio ("We moeten met spoed naar Paramaribo. Hoort u mij? Over"). Je voelt je na een paar uur echt een beetje hopeloos en reddeloos als je de toestellen maar over ziet komen en ze landen niet, terwijl de tijd dringt. Maar uiteindelijk landde de Cessna!

Eind goed al goed! Na 23 uur en 52 minuten was ik in het Diakonessenhuis. Gelukkig ken ik daar inmiddels de weg! We hadden meteen na de landing Janneke in kunnen schakelen die op haar beurt de coördinator in het ziekenhuis weer kon inschakelen (Thanx Jan!) dus alles liep verder gesmeerd. Twee befaamde internisten en een HIV-counselor stonden me op te wachten. Er werden meteen bloedmonsters afgenomen en de hele situatie werd in kaart gebracht. Heb ondanks de prik zoveel dingen die wel meezitten, dus dat is goed nieuws! De kans dat ik iets heb opgelopen neigt naar 0%. Maar de echte uitslag krijg ik over 3 maanden. Enorme opluchting en blij dat ik geen profylaxe hoef te nemen, want dat schijnt nogal heftig te zijn.

Minder blij dat ik nu in Parbo ben terwijl ik eigenlijk in Kajana had moeten zijn. Hopelijk kan ik zo snel mogelijk weer met een vlucht het binnenland in, waar Hilke en Annelies op me wachten. Vandaag op vliegveld 'Zorg en Hoop' (een veelbelovende naam) gaan informeren. Ik stond bij alle lokale airlines al bekend als het meisje van de prik. Morgenvroeg ga ik het nog een keer proberen. Dan maak ik kans om mee te gaan met een vrachtvlucht....en voor nu....een biertje op het terras (op doktersadvies).