28 November 2007

Mooi oranje

Een trots gevoel toen ik Yvonne ophaalde van het vliegveld en haar kon laten zien waar ik het laatste jaar heb doorgebracht.....de mooie natuur als je van het vliegveld rijdt, de chaos op straat, het drinken van zuurzaksap in het zonnetje, op slippers door de straten slenteren, de sfeervolle reggaemuziek in de bussen, mijn lieve vrienden, mijn werk, mijn houten kamertje met de gele luiken en hangmat voor de deur.

Maar een strak schema heeft ervoor gezorgd dat ze er precies 1 avond van heeft kunnen genieten. De dag na aankomst zijn we meteen het binnenland ingetrokken. Met het openbaar vervoer naar Brownsberg…een brak busje met doorgezakte stoelen en ramen die niet helemaal dicht gingen. Het uitzicht maakt veel goed…..….. het groen dat oprijst aan de zijkant van de oranje stofweg. Nederlands koningsgezind kwamen we aan……oranje van top tot teen.

De douche te koud, de vogelspin in de douche te groot……..dan maar oranje de nacht in. In de hangmat…..bibberen van de kou maar genieten van de nacht in de jungle. Wakker worden van de schreeuwende apen die boven je hoofd van de een naar de andere boom springen, na het ontbijt naar een verlaten uitkijkpunt, starend naar de jungle, eten wat de pot schaft (wat resulteert in kip met rijst) in het kleine restaurantje bovenop de berg terwijl exotische vogels ongestoord voorbij kakelen.

Volgende dag bij het benzinestation onderaan de berg hoopvol op een lift gewacht naar Atjoni…..even geduld, maar uiteindelijk konden we onszelf nog in een volle bus proppen. Een zwetend kind op mijn schoot, een zak groenten onder mijn voeten en zo hobbelden we 2,5 lang over de zandweg. Met oranje stof in elke porie, opgedroogde ogen, en plakkend van de hitte kwamen we eindelijk aan in Atjoni.

Kennis gemaakt met bootsman Blankie, een aparte naam voor een pikzwarte man, en in 2 uur tijd stroomopwaarts door de jungle naar Botopasi gevaren. De dorpjes aan de oevers waren weer betoverend……de hutjes middenin de jungle, de wassende vrouwen, de spelende kids.

Ondanks wat relationele toestanden in het hotel, was Botopasi vooral relaxen aan de rivier. Een grote stroomversnelling voor de deur waar wij overdag in zwommen en waar ’s nachts de kaaimannen in kropen. Kokkin Ottolien maakte heerlijke gerechten en bootsman Joshua kon masseren als de beste. Door een misstap op Brownsberg had ik een spier in mijn nek verrekt. Gruwelijk veel pijn, maar onder handen genomen door Joshua, de zoon van de medicijnman, die naar eigen zeggen speciale krachten had. Na wat goddelijke teksten nam hij me onder handen en was ik snel weer pijnvrij. Nog een dagje met naar Ladoani gevaren, naar de lieve Broeder Ahrend. Dit blijft voor mij toch wel het mooiste dorpje in Suriname, maar waarschijnlijk door de mooie herinneringen die ik eraan heb overgehouden.

Het is in ieder geval weer bewezen dat het binnenland geweldig is! Binnenkort kan ik het mijn ouders laten zien!

0 Comments:

Post a Comment

<< Home